Met de positieve uitkomst van het onderzoek heeft Rotterdam de kans zich te ontwikkelen tot een hub waar naast bestaande productie straks ook blauwe en groene waterstof wordt gemaakt, gebruikt en verhandeld. Daarmee kan H-vision de start gaan vormen van de waterstofeconomie in Rotterdam en in hoge mate bijdragen aan de klimaatdoelstellingen.
H-vision richt zich in eerste instantie op het maken van waterstof op basis van aardgas en door hergebruik van raffinaderijgas. De CO2 die vrijkomt bij de productie wordt afgevangen en opgeslagen in lege gasvelden onder Noordzee. De zo verkregen blauwe waterstof kan vervolgens als koolstofarme energiedrager in de industrie worden ingezet voor het opwekken van hoge temperaturen en voor de productie van elektriciteit.
H-vision baant hiermee de weg voor groene waterstof die wordt geproduceerd door middel van elektrolyse met stroom uit duurzame bronnen als offshore windparken. Bij deze vorm van waterstofproductie komt geen CO2 vrij. Op dit moment is er te weinig groene stroom voor productie van groene waterstof op industriële schaal.
Minister Wiebes van Economische Zaken en Klimaat ontvangt vandaag het H-vision rapport uit handen van Cis Marring, lid Raad van Bestuur van TNO, en Deltalinqs-voorzitter Steven Lak. ‘’Enkele jaren geleden heeft TNO het initiatief genomen voor H-vision”, aldus Marring. “Ik ben blij om te zien dat er door dit project nu een groot aantal bedrijven enthousiast is over de toepassing van waterstof in Rotterdam.’’
Steven Lak ziet H-vision als een belangrijke stap voor Rotterdam en Nederland. “De industrie neemt hier het voortouw om met een praktische oplossing al op korte termijn de uitstoot van CO2 drastisch terug te brengen. De waterstofketen en de bijbehorende infrastructuur die er komen voor H-vision maakt het ook mogelijk groene waterstof makkelijker in het systeem in te passen. H-vision heeft daarmee twee belangrijke kwaliteiten: het snel verlagen van de CO2-uitstoot en het versnellen van de energietransitie als wegbereider van de toekomstige groene-waterstofeconomie”, aldus Lak.
Marktpartijen als BP, Shell en Uniper – allen als partner verbonden aan het project – reageren positief op de uitkomst van de studie en zien goede kansen om hiermee de warmteopwekking en stroomproductie voor hun activiteiten te verduurzamen.
“Waterstof is essentieel voor een CO2-neutrale energievoorziening”, reageert Allard Castelein, CEO van het Havenbedrijf Rotterdam. “Zolang er onvoldoende groene waterstof is, kunnen bedrijven al met blauwe waterstof hun uitstoot verkleinen. De beschikbaarheid van blauwe waterstof in Rotterdam is dus goed voor het klimaat, en versterkt tegelijkertijd de concurrentiepositie van onze industrie.”
Het onderzoeksteam van H-vision rekende in de afgelopen periode verschillende varianten (laag-referentie-hoog) op techniek, financiële onderbouwing en marktomstandigheden door. Hieronder een aantal bevindingen uit de referentievariant:
Met de bouw van de waterstofinstallaties voor H-vision is in de referentievariant op basis van de huidige inzichten een investering van circa € 1,3 miljard gemoeid. Inclusief infrastructuur en technische aanpassingen aan industriezijde komt de totale investering op naar schatting € 2 miljard. Dit is in feite een investering in de start van de waterstofeconomie.
Met de positieve afronding van de haalbaarheidsstudie gaat H-vision een nieuwe fase in, waarin zal worden overlegd met de overheid over regelgeving, risicoafdekking en financiële ondersteuning. Ook de keuzes in het uiteindelijke Klimaatakkoord zijn van groot belang.
H-vision richt zich nu op een verdere detaillering van technisch ontwerp, financiële onderbouwing, marktpositie en organisatie. Uit de studie is de Maasvlakte als een goede locatie voor de waterstoffabrieken naar voren gekomen. Ook hier zal verder onderzoek naar worden gedaan.
Een investeringsbesluit zou in 2021 genomen kunnen worden. In een dergelijke planning kan de eerste installatie begin 2026 de industrie in Rotterdam van koolstofarme waterstof kunnen voorzien.